
In de afgelopen anderhalf jaar zijn veel gewoontes en patronen van consumenten veranderd. Een gewoonte die misschien wel het meest impact heeft op ons dagelijks leven, is het thuiswerken. Veel mensen wisselden hun 40-urige werkweek op kantoor (inclusief de daarbij horende reistijd) in voor een werkweek die (gedeeltelijk) thuis plaatsvindt. Wat het niveau van coronabesmettingen en ziekenhuisopnames ook is, er lijkt een brede consensus te zijn over het feit dat thuiswerken een ‘blijvertje’ is. Werkgevers en werknemers hebben zich gerealiseerd dat veel werkzaamheden ook vanuit huis gedaan kunnen worden. Al dit thuiswerken heeft grote impact op onze mobiliteit. Waar veel mensen eerder gewend waren om dagelijks in de file te staan, was er in 2020 ineens 93% minder file dan in 2019. Wat betekent dit voor het gedrag van consumenten op het gebied van mobiliteit?
Consumenten gaan weer met het openbaar vervoer
In de Monitor Consumentengedrag vragen we welke vervoersmiddelen het meest relevant zijn voor consumenten. De sterkste stijger, vanaf begin april gemeten, is het openbaar vervoer. Deze splitsen we op in bus/tram/metro en trein. Beide categorieën zijn dubbel zo relevant geworden in de afgelopen maanden (respectievelijk van 7% en 6% naar 13%). In de categorieën auto, fiets en te voet, zien we een lichte afname. Ook hebben minder mensen de afgelopen weken hun geld uitgegeven aan een eigen vervoersmiddel en gaven juist meer mensen geld uit aan het openbaar vervoer. Het lijkt erop dat mensen die eerder het OV misschien vermeden, zich nu weer comfortabel genoeg voelen om in de bus of trein te stappen. Het feit dat bijna driekwart van de Nederlandse bevolking volledig gevaccineerd is speelt hier wellicht een rol in. Mensen voelen zich niet alleen zelf veiliger, ook is de kans om anderen te besmetten kleiner. Daarnaast kan de zomervakantie met binnenlandse uitjes (naar bijvoorbeeld het strand, de stad of culturele evenementen) hierbij een rol spelen.
De toekomst is interessant. Over het algemeen zullen mensen vaker dan voorheen thuis blijven werken. Dit zal leiden tot minder reizigers in het OV. Toch kan dit vele thuiswerken ook een reden zijn om de auto weg te doen en juist de trein te nemen voor die ene keer per week dat men naar kantoor gaat. Dit is weer een kans voor de sector van het openbaar vervoer, omdat de ze een grotere rol kunnen gaan spelen, denk bijvoorbeeld aan een treinreis voor (Europese) vakanties. OV-bedrijven moeten nog verder gaan nadenken over welke rol ze willen spelen in het leven van de consument.
Marcel van Brenk, partner bij EY VODW: “Nu het traditionele patroon van werktijden en -locaties onder druk staat, ligt er een mooie uitdaging voor de hele openbaar vervoerketen om het nieuwe mobiliteitslandschap versneld vorm te geven. Frictieloos van deur tot deur. Gebruik makend van relevante data en digitale interfaces is het mogelijk om dagelijks de optimale reis te faciliteren, rekening houdend met drukte (een zitplaats in de trein/bus) en beschikbaarheid (bijvoorbeeld reserveren van deelfiets of deelscooter).”
Elektrische fiets erg gewild, automerken bouwen imago
Een ander vervoersmiddel dat al wat langer aan een opmars bezig is, is de elektrische fiets. De relevantie van dit vervoersmiddel stijgt vanaf het begin van onze metingen gestaag, maar is deze week op een hoogtepunt. Maar liefst 18% van de consumenten vindt dat de elektrische fiets één van de meest relevante vervoersmiddelen is voor zichzelf. Dit is ook duidelijk terug te zien in de populariteit van elektrische fietsen. Steeds meer mensen vinden het een fijn alternatief voor het openbaar vervoer, scooter of auto op de korte tot middellange afstand. Ook in de commercie is de elektrische fiets ook steeds populairder. Fietskoeriers van webwinkels, pakketdiensten en de flitsbezorgers van online supermarkten rijden veelal op een elektrische fiets. Het is dan ook niet gek dat de wachttijden voor de aankoop van een elektrische fiets zo lang zijn. We zien dit terugkomen in onze monitor. Mensen die het laatst een fiets (elektrisch of standaard) hebben gekocht, geven aan dat de twee belangrijke barrières bij de aanschaf het beperkte assortiment en de beperkte beschikbaarheid in de omgeving zijn. Deze beschikbaarheid is ook een trigger om over te gaan tot aanschaf. Bij consumenten die het laatst een auto hebben gekocht zijn deze triggers en barrières veel minder belangrijk (al zijn er door chiptekorten bij veel fabrikanten inmiddels ook lange wachttijden voor nieuwe auto’s). Een mogelijke verklaring is dat we bij een auto gewend zijn aan een lange levertijd, terwijl we een fiets toch meer zien als iets wat je direct meeneemt bij de fietsenwinkel.
![MC26augustus-1[51]](https://www.validators.nl/wp-content/uploads/2021/08/MC26augustus-151.png)
Innovatie, milieu en maatschappelijke betrokkenheid niet zo belangrijk bij aanschaf auto
Een andere interessante bevinding uit de Monitor Consumentengedrag heeft te maken met de triggers en barrières van het kopen van een auto. Prijs, kwaliteit en ervaringen zijn de belangrijkste triggers en barrières. Automerken die communiceren over innovaties, elektrisch rijden of veiligheid (en dat zijn er veel), moeten zich realiseren dat deze zaken voor het gros van de consumenten niet of nauwelijks interessant zijn. 6% vindt ‘innovatief’ belangrijk, 7% vindt het belangrijk dat een merk oog heeft voor het milieu en maar 2% vindt het belangrijk dat een automerk maatschappelijk betrokken is. Een disconnect tussen wat marketers denken dat consumenten belangrijk vinden en wat consumenten echt belangrijk vinden is een grote valkuil.
Daan Muntinga, strateeg en wetenschapper: “Veel marketers hebben onbewust de neiging om in hun communicatie centraal te zetten wat zíj belangrijk vinden, in plaats van wat hun consumenten belangrijk vinden. Ze communiceren bijvoorbeeld over hun sociale ‘purpose’ terwijl de mensen die ze tot een aankoop willen verleiden dat geen biet interesseert. In de autobranche bestaat er een sterk positief oorzakelijk verband tussen hoe goed mensen denken dat een auto is en sales. Kwaliteitspercepties beïnvloeden is dus de kritische succesfactor; mobiliteitsmerken die willen verkopen doen er goed aan vooral daar hun pijlen op te richten.”
Deelscooters brengen steeds meer mensen van deur tot deur
Tot slot is er nog een vervoersmiddel dat de wind mee heeft. In steeds meer steden zijn elektrische deelscooters, van bijvoorbeeld Felyx of Check, steeds meer in trek. Voor een vast bedrag per kilometer kun je een elektrische scooter reserveren die ergens bij jou in de buurt staat om zo naar je bestemming te komen. Als je niet dagelijks reist, hoef je op deze manier geen eigen auto, scooter of (elektrische) fiets te kopen. Ten opzichte van het openbaar vervoer ben je minder afhankelijk van vertrektijden en kun je gemakkelijk van deur tot deur reizen. En het is ook nog elektrisch, dus milieubewust. Tot nu toe zijn de deelscooters veelal te vinden in de randstad, waarschijnlijk omdat ze met elektrische accu’s een beperkte actieradius hebben. In de toekomst kan dit echter makkelijk veranderen. Misschien biedt dit ook kansen voor regionale OV-bedrijven of de NS? Een beperking van het OV is dat je na het uitstappen vaak ook nog even onderweg bent om bij de juiste voordeur te komen. Waar OV-fietsen daar nu al deels een oplossing voor bieden, kan voor een scooter ook een rol weggelegd zijn. Een elektrische deelscooter waarbij je incheckt met je OV-chipkaart, kan dan interessant zijn.
Enjoy!
Team Validators
Wil je ook kosteloos toegang tot de Monitor Consumentengedrag? Meld je dan hier aan.